Een half uurtje rijden vanuit San Pedro en de Chileens-Bolivaanse grenspost is al in zicht. Onmiddelijk daarna begint de klim naar 4000 m hoogte waar de eigenlijke grens zich bevindt. Vier kilometer, pfft, ik moet eerlijk toegeven dat ik er tegenop zie. Vorige reizen naar Tibet en Nepal zijn me telkens bijna fataal geweest. Hoogteziekte. Ik ben geen berggeit of Yak, maar een zeedier. Wat zit ik hier eigenlijk te doen? Het tekort aan zuurstof geeft me braakneigingen, slaapstoornissen, barstende hoofdpijn, of op z'n minst een uitgesproken gevoel van levensmoeheid. Eve heeft daar allemaal geen last van, ze voelt zich kiplekker, ze vindt het hier gewoon een beetje koud! De eerste dag rijden we met een duidelijk oververmoeide chauffeur de hoogvlakte in. Er zijn geen wegen, gewoon sporen in een droge, koude rotswoestijn. Rondom ons uitgedoofde vulkanen en uitgestrekte lege vlaktes. Terwijl we tijdens de rit er alles aan doen om onze chauffer wakker te houden (babbelen, vragen stellen, schouderkloppen geven), krijgen we een adembenemend spectakel te zien. Jesus, wat is Bolivië verrassend mooi!!! We stoppen aan witte (zout-) lagunes met flamingo's, blauwe lagunes, we worden getrakteerd op een "hotspring"dompel, passeren kolkende geisers en stomende fumarollen, en stoppen uiteindelijk aan mijn favoriete laguna Colorada.
Er heerst een Tibetaans sfeerke, weinig zuurstof, er staat een geselend koude wind, maar het rood en groen en blauwe meer bevindt zich in een landschap beyond reality! Waouw! Duizenden roze flamingo's slobberen in het ondiepe water, een kudde gedreven lama's passeren en doen een himalayaanse vos opschrikken, en wij, wij zitten hier maar deze fenomenale scene te aanschouwen...
laguna colorada
Veel drinken en coca thee moeten de hoogteziekte doen verdwijnen, ik ga vroeg slapen met een lading van zeven (!) dekens op mijn bed, en nog lig ik te rillen van de kou, het vriest 20° onder nul en er is geen verwarming. Ik zie, geplet onder het loodzware gewicht van de dekens, de hele nacht aan me voorbij gaan, ik kan de slaap maar niet vatten en heb barstende hoofdpijn...Voor de eerste keer in mijn leven was ik opgelucht toen we om vijf uur 'mochten' opstaan, een lading pijnstillers, ontbijten met roereieren en spek en coca thee, en geleidelijk voelden we de zalige warmte van de opkomende zon. Ik begin terug te leven! Even later op de weg naar de zoutvlakte van Uyuni werden we weer grondig door mekaar geschud, we passeren en akelig mooie spookdorpen (Chiguana) en desolate steenwoestijnen, in Dali-achtige landschappen. Waanzinnig hallucinante beelden van rotsen in de vorm van bomen, paddestoelen, vogels of zelfs prehistorische dieren. Is dit wel echt?
De volgende nacht spenderen we aan de rand van de "salar de Uyuni" in een confortabele 'luxe suite' van een zouthotel. Volledig opgetrokken met zoutblokken, zelfs het meubilair zijn gestapelde zoutkristallen, én, er is zelfs (warm) water!
Na een heerlijke nacht (uit-) slapen zijn we om vijf uur vertrokken om de zonsopgang te aanschouwen ten midden van deze immense zoutvlakte. Het geluid van de stilte en de verblindende schoonheid van het oneindige 'niets' is wat ons zo pakt. Je ziet mijlen vergezichten, zo ver, dat je bijna geen overgang meer ziet tussen het uitgedroogde zoutmeer en de lucht. Het absolute hoogtepunt van deze trek, of zelfs onze reis, is de "Isla de los Pescadores", een donkere parel in de schijnbaar oneindige witte zoutwoestijn. Een oase van rust waar duizenden eeuwenoude cactussen floreren en vanwaar je aan de horizon de sporen van de jeeps kan zien die de verschillende bestemmingen rondom de zoutvalkte verbinden.
Het is bijna een halve dag in de brandende zon vlammen, om in Uyuni aan te komen, aan de overzijde van het meer. En dit is waar je je echte kultuurshok krijgt, we zijn plots in het echte Zuid-Amerika aanbeland! Bolivianen hangen vast aan hun oude traditie, het maakt het land wat het is, en wat het altijd al is geweest. Uyuni heeft op zich maar weinig te bieden. Het is een onaantrekkelijk stoffige en broeierig hete nederzetting van betonnen woonblokken aan een uitgedoofd treinstation op 3650 m hoogte. Maar uitgerekend hier zijn de afgedankte stoomtreinen -even buiten de stad- op een hoop gereden en ondankbaar achtergelaten. In de melancholieke "cemeterio de trenes" staan tientallen vervallen en soms compleet geplunderde stoommachines ten toon, Franse en vooral Britse modellen van uiteenlopende periodes en stijlen die de stoomtrein-mode heeft gekend! Eve en ik vermaken ons hier kostelijk! Bolivië, Wat een fijn land!
Er heerst een Tibetaans sfeerke, weinig zuurstof, er staat een geselend koude wind, maar het rood en groen en blauwe meer bevindt zich in een landschap beyond reality! Waouw! Duizenden roze flamingo's slobberen in het ondiepe water, een kudde gedreven lama's passeren en doen een himalayaanse vos opschrikken, en wij, wij zitten hier maar deze fenomenale scene te aanschouwen...
laguna colorada
Veel drinken en coca thee moeten de hoogteziekte doen verdwijnen, ik ga vroeg slapen met een lading van zeven (!) dekens op mijn bed, en nog lig ik te rillen van de kou, het vriest 20° onder nul en er is geen verwarming. Ik zie, geplet onder het loodzware gewicht van de dekens, de hele nacht aan me voorbij gaan, ik kan de slaap maar niet vatten en heb barstende hoofdpijn...Voor de eerste keer in mijn leven was ik opgelucht toen we om vijf uur 'mochten' opstaan, een lading pijnstillers, ontbijten met roereieren en spek en coca thee, en geleidelijk voelden we de zalige warmte van de opkomende zon. Ik begin terug te leven! Even later op de weg naar de zoutvlakte van Uyuni werden we weer grondig door mekaar geschud, we passeren en akelig mooie spookdorpen (Chiguana) en desolate steenwoestijnen, in Dali-achtige landschappen. Waanzinnig hallucinante beelden van rotsen in de vorm van bomen, paddestoelen, vogels of zelfs prehistorische dieren. Is dit wel echt?
De volgende nacht spenderen we aan de rand van de "salar de Uyuni" in een confortabele 'luxe suite' van een zouthotel. Volledig opgetrokken met zoutblokken, zelfs het meubilair zijn gestapelde zoutkristallen, én, er is zelfs (warm) water!
Na een heerlijke nacht (uit-) slapen zijn we om vijf uur vertrokken om de zonsopgang te aanschouwen ten midden van deze immense zoutvlakte. Het geluid van de stilte en de verblindende schoonheid van het oneindige 'niets' is wat ons zo pakt. Je ziet mijlen vergezichten, zo ver, dat je bijna geen overgang meer ziet tussen het uitgedroogde zoutmeer en de lucht. Het absolute hoogtepunt van deze trek, of zelfs onze reis, is de "Isla de los Pescadores", een donkere parel in de schijnbaar oneindige witte zoutwoestijn. Een oase van rust waar duizenden eeuwenoude cactussen floreren en vanwaar je aan de horizon de sporen van de jeeps kan zien die de verschillende bestemmingen rondom de zoutvalkte verbinden.
Het is bijna een halve dag in de brandende zon vlammen, om in Uyuni aan te komen, aan de overzijde van het meer. En dit is waar je je echte kultuurshok krijgt, we zijn plots in het echte Zuid-Amerika aanbeland! Bolivianen hangen vast aan hun oude traditie, het maakt het land wat het is, en wat het altijd al is geweest. Uyuni heeft op zich maar weinig te bieden. Het is een onaantrekkelijk stoffige en broeierig hete nederzetting van betonnen woonblokken aan een uitgedoofd treinstation op 3650 m hoogte. Maar uitgerekend hier zijn de afgedankte stoomtreinen -even buiten de stad- op een hoop gereden en ondankbaar achtergelaten. In de melancholieke "cemeterio de trenes" staan tientallen vervallen en soms compleet geplunderde stoommachines ten toon, Franse en vooral Britse modellen van uiteenlopende periodes en stijlen die de stoomtrein-mode heeft gekend! Eve en ik vermaken ons hier kostelijk! Bolivië, Wat een fijn land!